Natuursteen heeft voor interieurarchitect Guy de Vos een duidelijke functie in een interieur

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Zijn projecten zijn opgenomen in de themaboeken van The Art of Living en in speciale uitgaves van HOOG, bijvoorbeeld in The Best Interiour & Garden Designers. De pas 33-jarige interieurarchitect Guy de Vos maakt naam. Vast onderdeel in zijn ontwerpen is het gebruik van eerlijke, natuurlijke materialen zoals hout en natuursteen. Dat is volgens hem een gevoelskwestie. “Natuursteen heeft een duidelijke functie in een interieur, het kan heel sfeerbepalend zijn.”

Foto’s: Guy de Vos

Guy de Vos oogt relaxed. Trots geeft hij een rondleiding in zijn nieuwe uitvalsbasis. Een appartement met balkon is onlangs verruild voor een jaren dertigwoning in het Gooi. In de gang staat een dubbele kinderwagen. “We wilden een huis met een tuin voor onze kinderen, dan is het in Amsterdam moeilijk zoeken”, verklaart hij. Zijn nieuw ingerichte woning is bijna een showroom van producten die hij – naast zijn werk als interieurarchitect – aan zijn veelal bemiddelde klanten kan leveren. Denk aan superluxe Italiaanse meubels, high-end Amerikaanse keukenapparatuur. Absolute blikvanger voor zowel liefhebber als leek is het keukenblad; grijs met bijna spetterende adering. “Geweldig toch, deze Turkse marmer?”, luidt de retorische vraag. “En let ook op de afwerking, extra aangezette lekranden, rond afgewerkt. Je krijgt het niet verzonnen, dat de natuur zo iets moois kan maken. Toen ik de mannen van LSN in Oss liet weten hoe ik het wilde hebben, keken ze me allemaal verbaasd aan. Maar toen het af was, vonden ze het zelf ook schitterend”, lacht De Vos.

Wars van school
De nu succesvolle interieurarchitect was volgens eigen zeggen wars van school. “Ik was er helemaal niet mee bezig. Aan het eind van de basisschool moest ik de CITO-toets maken. Ik wist helemaal niet dat de uitslag daarvan belangrijk kon zijn. Ik vulde alleen antwoorden in op vragen die mij een beetje interesseerden. Het gevolg was dat ik een extreem lage score had.” Zijn toenmalige leraar vond dat de score geen recht deed aan De Vos. “Hij vond mij intelligent genoeg, maar ik deed alleen waar ik zin in had. Hij raadde een intelligentietest aan, waarvoor ik een hoge score behaalde. Maar ik wist totaal niet wat ik wilde worden.”
Dat inzicht kreeg De Vos op de middelbare school aangereikt door de kunstdocent, die tevens zijn mentor was. “Je moet een creatieve opleiding gaan doen, luidde het advies. Het werd Sint Lucas in Boxtel. Van huis uit ben ik nooit creatief gevoed, maar toen ik daar kwam viel alles op zijn plaats. Maar ja, het blijft school. Alles om de opleiding heen vond ik interessanter. Het praktische deel, stagelopen, sprak me wel aan.”

Architect
Een van de twee stageplekken was bij een architect, B-too Architects in Eindhoven. “Ik kreeg inzicht in het ontwerpproces. Het sprak me wel aan, het was een leerzame stage. Maar daarna moest ik weer naar school. Ik stond voor de keuze wat ik na Sint Lucas ging doen. Ik meldde me aan bij de Design Academy in Eindhoven,” vertelt De Vos.
Een telefoontje van de toenmalige eigenaar van B-too Architects zorgde echter voor een wending. De Vos: “Ik kon bij het bureau aan de slag, mijn intrede in de ontwerpwereld. Ik heb er uiteindelijk drie jaar gewerkt. Na zo’n anderhalf jaar kreeg ik het gevoel dat dit het toch niet helemaal was. Ik begeleidde projecten van begin tot eind, maar ik miste een beetje de waardering vanuit de eindklant. Toen ik op vakantie in Bali op het strand lag, keek ik naar een visser die aan het werk was. Die man was eigen baas en deed gewoon zijn werk. ‘Laat mij die visser maar zijn’, dacht ik bij mezelf. Even later kreeg ik een telefoontje van B-too. Het is crisis, ik moet je ontslaan. Daar zat ik dan op Bali, blut en nog drie weken vakantie. Het gaf mij echter rust, alles lag open voor mij. En daar ontstond het idee om voor mezelf te beginnen. Dat gebeurde in 2015. Ik had nog niet veel opdrachtgevers, daarom gaf ik gastlessen op Sint Lucas. Superleuk om daar op die manier terug te komen. Ik was nog jong, maar had niets te verliezen.”

Springplank
Van B-too Architects mocht De Vos voor een beginperiode een portfolio gebruiken van projecten die hij voor het bureau had begeleid. Daarmee benaderde hij interieurbouwers in de omgeving. “Ik maak het ontwerp voor jullie gratis, jullie betalen mij pas als jullie het gebruiken. Dat werkte heel goed. En vroegen ze mij om een tv-kast te ontwerpen, dan ontwierp ik tegelijk de rest van het interieur van de woonkamer. Tegen iedereen die het horen wilde, verkondigde ik dat ik interieurarchitect was”, lacht De Vos.
Niet veel later kreeg de zelf benoemde interieurarchitect de opdracht om een garderobekast te ontwerpen voor een luxe loft in de Lichttoren in Eindhoven. “Ik maakte het ontwerp, maar maakte ook een ontwerp voor de complete ontvangsthal. Het sprak de klant, iemand uit de top van Philips, erg aan. Via hem kwam ik in contact met de bovenburen, een topvrouw bij Philips, voor haar mocht ik een nieuwbouwvilla in een villawijk in Eindhoven ontwerpen. De klant was enthousiast, maar de architect moest ook akkoord gaan. Ik had een verbrede trap opgenomen in het ontwerp en verwachtte niet dat de architect – Arie van Rangelrooij van Architecten EN|EN uit Eindhoven – daarmee akkoord zou gaan. Hij vond het echter een verbetering. Hiermee werd dit project mijn springplank. Alle vakmedia wilden het project plaatsen. De samenstellers van het HOOG Design Boek vonden me weliswaar een beetje jong – ik was toen net 25 jaar – maar ze besloten toch het project op te nemen. Ik koester nog steeds warme herinneringen aan dit project, het is niet voor niets dat het ook nog op mijn website staat.”

Natuurlijke materialen
Op foto’s van projecten die op de website van de interieurarchitect staan, is te zien dat De Vos in zijn ontwerpen veel gebruikt maakt van hout en natuursteen. “Ik heb een voorliefde voor natuurlijke materialen, dat is voor mij een gevoelskwestie”, verklaart hij. “Er bestaan bijvoorbeeld hele goede ‘neppers’, maar daar mis ik het gevoel bij. Ik kan bijvoorbeeld niet goed tegen keramische tegels met een houtlook. Hout moet echt hout zijn en natuursteen moet ook echt zijn. Het materiaal gaat leven, het is een eerlijk materiaal. In tegenstelling tot bijvoorbeeld keramische materialen, die blijven wat vlakjes qua uitstraling, ondanks dat de prints verbluffend echt ogen. We weten echter niet hoe die materialen er na pakweg vijftig jaar uitzien, hebben ze dan nog wel de glans die na de productie op de tegels zit?”
Het is wel zaak dat ontwerpers en natuursteenbedrijven het verwachtingspatroon bij klanten managen, stelt De Vos. “Op mijn keukenblad zie je wat plekjes. Dat zijn geen vlekken, meer etsplekken. Dat hoort erbij, dat is inherent aan de keuze voor het materiaal. Als een klant een keukenblad van marmer wil hebben, dan moet je erbij vertellen dat dit materiaal normaal gesproken gevoeliger is voor zuren dan bijvoorbeeld een kwartsiet, een veel harder materiaal. Maar in deze tijd dat de Wabi Sabi-filosofie helemaal hip is – het omarmen van imperfectie en het vinden van schoonheid in het alledaagse en onvolmaakte – worden de eventuele nadelen van hout en natuursteen, zoals krasgevoeligheid, voor lief genomen.”

Duidelijke functie
“Natuursteen vind ik een luxe materiaal, maar ook rauw. Het heeft een duidelijke functie in een interieur, het kan heel sfeerbepalend zijn”, vertelt De Vos. “Met natuursteen met een grof uiterlijk of met uitgesproken aders wil ik accenten in een interieur aanbrengen, contrasten met andere rustigere materialen, zoals bijvoorbeeld een licht gekleurd wollen vloerkleed. Maar ik kan ook kiezen voor een rustig interieur door bijvoorbeeld een travertin te kiezen.”
De interieurarchitect werkt veel samen met LSN in Oss. “Het is een mooie wisselwerking. Ik bedenk dingen in een ontwerp, kom met die vraag bij Tim Schoot van LSN en hij geeft mij een aantal suggesties. Zoals bijvoorbeeld de toepassing van deze fantastische rode marmersoort. Dat geeft net het wow-effect dat het interieur nodig heeft”, zegt De Vos, terwijl hij foto’s op zijn laptop laat zien.
De Vos ziet een duidelijke verschuiving in de wensen van zijn klantenkring, veelal de ‘captains of industry’. “Tijdens mijn beginperiode moest ik vaak strijden om een stuk natuursteen in het interieurontwerp te krijgen. Dat was veelal een kostenkwestie. Nu verwachten mijn klanten juist dat natuursteen in het ontwerp is opgenomen.”
Hoewel de nog jonge interieurarchitect in zijn ontwerpen veelvuldig natuursteen toepast, is hij nog nooit bij de bron geweest. “Nee, ik ben helaas nog nooit in een natuursteengroeve geweest. Dat staat absoluut op mijn bucketlist. Ik wil heel graag een keertje naar Carrara om de witte marmergroeven te bewonderen. Toch een keertje aan Tim voorstellen”, besluit De Vos.